NJFS 2006, 56
Rb. Amsterdam, 05-01-2006, nr. 13/520006-05
Rb. Amsterdam 05-01-2006, ECLI:NL:RBAMS:2006:AU9128
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
5 januari 2006
- Magistraten
Mrs. F.G. Bauduin, E. Steffan-Bakker, M.J.E. Geradts
- Zaaknummer
13/520006-05
- LJN
AU9128
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2006:AU9128, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 05‑01‑2006
- Wetingang
Sv art. 218 en 126aa; Sr art. 420bis
Essentie
Verschoning. Witwassen.
1. Art. 126aa lid 2 Sv is niet van toepassing als een advocaat als verdachte wordt aangemerkt en zich niet langer op zijn verschoningsrecht kan beroepen.
2. In een witwaszaak kan het niet kunnen geven van een aannemelijke verklaring voor de aanwezigheid van contante gelden ten nadele van de verdachte werken.
Samenvatting
1. Op grond van art. 126aa lid 2 Sv dienen processen-verbaal en andere voorwerpen die mededelingen behelzen gedaan door of aan een verschoningsgerechtigde, te worden vernietigd. I.c. was de advocaat zelf als verdachte aangemerkt. Er was voorts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.