RFR 2015/134
Kinderalimentatie. Prejudiciële beslissing: hoe moet het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop worden meegenomen bij de berekening van kinderalimentatie?
HR 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3011
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/02543
- Conclusie
wnd. A-G mr. A. Hammerstein
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922165:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3011, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1711, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2015
- Wetingang
Art. 1:392, 1:404 BW; art. 392 Rv
Essentie
Kinderalimentatie.
Hoe moet het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop (die een onderdeel daarvan is) worden meegenomen bij de berekening van kinderalimentatie?
Samenvatting
Het Hof Den Haag heeft op 3 juni 2015 aan de Hoge Raad een prejudiciële beslissing verzocht over de wijze waarop het kindgebonden budget, inclusief de alleenstaande ouderkop, moet worden betrokken in de berekening van de door de ouders te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van kinderen. Als gevolg van de nieuwe richtlijnen kinderalimentatie afkomstig van de Expertgroep, die sinds 1 januari 2013 worden gehanteerd, en de (bevestigde) aanvulling daarop ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.