Rb. Midden-Nederland, 04-05-2020, nr. C/16/499729 / FA RK 20-2030
ECLI:NL:RBMNE:2020:2167
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
04-05-2020
- Zaaknummer
C/16/499729 / FA RK 20-2030
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2020:2167, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 04‑05‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Beschikking)
Uitspraak 04‑05‑2020
Inhoudsindicatie
Zorgmachtiging (ZM), ambulant. In het verzoekschrift wordt 'opnemen in de accommodatie' verzocht, terwijl de psychiater die de medische verklaring afgeeft deze vorm van verplichte zorg niet noodzakelijk acht. De rechtbank verleent ZM zonder opname.
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/499729 / FA RK 20-2030
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 4 mei 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] (Marokko),
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. B. van Nimwegen.
1. Procesverloop
1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 maart 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring d.d. 4 maart 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 mei 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden.
1.3.
Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling
Rechtspraak telefonisch gehoord:
- de betrokkene, bijgestaan door mr. B. van Nimwegen,
- de heer [A] , verpleegkundige.
Een ieder bevond zich in afzonderlijke ruimtes. De rechter en de griffier bevonden zich in
het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is de
mondelinge behandeling bij te wonen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak per e-mail verstrekt.
2. Beoordeling
2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
Betrokkene krijgt behandeling middels medicatie (antipsychoticum en stemmingsstabilisator) waarmee de klachten momenteel in remissie zijn. Het is van belang dat medicatie wordt doorgezet, om toename/recidief te voorkomen en oplopen van ernstig nadeel te voorkomen. Vanwege een neutropenie zijn er ook labcontroles nodig om neutrofielen te blijven controleren; minstens wekelijks en zo nodig vaker.
beperken van de bewegingsvrijheid;
In het geval van een recidief met oplopen van ernstig nadeel of het weigeren van medicatie van wel weigeren van eventuele ophoging/switch hiervan, kan een opname noodzakelijk worden. Er wordt naar gestreefd een eventuele opname zo kort mogelijk te laten plaatsvinden.
opnemen in een accommodatie;
In het geval van een recidief met oplopen van ernstig nadeel of het weigeren van medicatie van wel weigeren van eventuele ophoging/switch hiervan, kan een opname noodzakelijk worden. Er wordt naar gestreefd een eventuele opname zo kort mogelijk te laten plaatsvinden.
De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van zes maanden. In het verzoek is vermeld dat verplichte zorg onder a ook ambulant wordt toegepast; de overige vormen van verplichte zorg zullen alleen klinisch worden toegepast. Uit het zorgplan blijkt dat het van belang is dat betrokkene medicatie gebruikt om stabiel te blijven en dat zij contact onderhoudt met woonbegeleiding en het gebiedsteam.
2.2.
De advocaat van betrokkene heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. De advocaat verwijst naar de medische verklaring die door de onafhankelijk psychiater is opgesteld. Betrokkene verzet zich niet tegen het verlenen van zorg die noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden waardoor niet voldaan wordt aan de wettelijke vereisten om een zorgmachtiging te verlenen. Betrokkene realiseert zich dat zij medicatie nodig heeft omdat zij door de medicatie rustig blijft. Ook houdt betrokkene zich aan gemaakte afspraken met de behandelaar.
2.3.
De verpleegkundige heeft gepleit voor afgifte van een zorgmachtiging. Hierbij heeft de verpleegkundige het volgende aangevoerd. Gebleken is dat het moeilijk is om betrokkene in te stellen op medicatie vanwege de bijwerkingen die betrokkene ervaart. Ondanks dat op dit moment voldoende toezicht door de begeleiding is en betrokkene in de samenwerking is, blijft de samenwerking kwetsbaar. In het verleden heeft zich de situatie voorgedaan dat als de samenwerking minder werd, dat het lastig is om betrokkene opgenomen te krijgen om het psychotisch toestandsbeeld te stabiliseren. Daarnaast is het, gelet op de verstandelijke beperking van betrokkene, lastig om betrokkene meer inzicht te geven in haar kwetsbaarheid. Ondanks dat in de medische verklaring niet de vorm van verplichte zorg onder j, opnemen in de accommodatie, is aangekruist, is het van belang dat betrokkene haar medicatie inneemt en dat zij contact onderhoudt met de begeleiding en de behandelaar. Een kader in de vorm van een zorgmachtiging is daarom nodig.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen).
2.5.
Deze stoornis leidt bij betrokkene tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Om ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt. Betrokkene is bekend met schizofrenie en zwakbegaafdheid. Zij is in het verleden meerdere keren opgenomen geweest. Er is sprake van weinig ziektebesef, maar betrokkene komt wel op afspraken en probeert ondanks haar verstandelijke beperking medewerking te verlenen. Het risico bestaat echter wel dat als betrokkene psychotisch ontregelt, dat zij agressief kan worden naar anderen, dat zij zich terugtrekt en contact afhoudt en zichzelf verwaarloost.
Gelet hierop is het reëel om aan te nemen dat betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.7.
De rechtbank constateert in deze zaak dat het de bedoeling is dat een zorgmachtiging wordt verleend die gelijkenis vertoont met de voorwaardelijke machtiging onder de wet Bopz. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de voorwaardelijke machtiging met voorwaarden en opname als stok achter de deur zeer effectief was en in een grote behoefte voorzag. De Wvggz kent een dergelijke machtiging niet. Uitgangspunt in de Wvggz is echter wel dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant wordt toegepast. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan de behoefte in de praktijk tegemoet gekomen kan worden door bij de vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging onderscheid te maken tussen enerzijds vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname. Deze laatste vormen van verplichte zorg dienen pas te worden toegepast op het moment dat het ernstig nadeel niet meer met de ambulant verplichte zorg kan worden afgewend.
2.8.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak vanwege het negatieve advies van de onafhankelijke psychiater de vorm van verplichte zorg onder j, opnemen in de accommodatie, af te wijzen. De met een opname samenhangende vorm van verplichte zorg onder b, het beperken van de bewegingsvrijheid, zal om diezelfde reden worden afgewezen. De rechtbank zal de vorm van verplichte zorg onder a, met uitzondering van vocht en voeding, toewijzen. Deze vorm van verplichte zorg zal naar het oordeel van de rechtbank echter het ernstig nadeel niet voldoende kunnen wegnemen. Om die reden zal de rechtbank, met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz, bepalen dat er naast de vorm van verplichte zorg onder a nog een andere vorm van verplichte zorg moet worden verleend, te weten het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen. De rechtbank bepaalt dat het zorgplan dienovereenkomstig wordt gewijzigd.
2.9.
Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.10.
De verzochte verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.
2.11.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging met de vormen van verplichte zorg zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.
3. Beslissing
De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] (Marokko), voor de volgende vorm van verplichte zorg, zoals verzocht onder 2.1:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van
medische controles of andere medische handelingen en therapeutische
maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
bepaalt dat er een andere vorm van verplichte zorg dient te worden verleend, te weten;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
bepaalt dat het zorgplan hiermee wordt gewijzigd;
bepaalt dat deze vormen van verplichte zorg uitsluitend ambulant kunnen worden toegepast;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 november 2020;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 4 mei 2020 mondeling gegeven door mr. J.P.M. Schwillens, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door N.L.J. Hitijahubessij als griffier, en op 18 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. | ||