NJ 1926, p. 231
Verhouding van den Staat tot zijn ambtenaren. Eenzijdige wijziging der salarisregeling door den Staat, terwijl de ambtenaar zich voor een bepaalden tijd had verbonden.
HR 29-01-1926, ECLI:NL:HR:1926:198, m.nt. Prof. E. M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 1926
- Magistraten
Mrs. Bosch, Savelberg, Jhr. Feith, Visser en van den Dries.
- Zaaknummer
[29011926/NJ_1926,_p._231]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS101185:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:198, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑1926
- Wetingang
Essentie
Verhouding van den Staat tot zijn ambtenaren. Eenzijdige wijziging der salarisregeling door den Staat, terwijl de ambtenaar zich voor een bepaalden tijd had verbonden.
Samenvatting
Van toepasselijkverklaring van Titel VII A, Derde Boek B. W., op de wijze als in art. 1637z bedoeld is hier geen, sprake. Daaruit volgt dus dat de bepalingen van dien titel hier niet van toepassing zijn. (Concl. Adv.-Gen.: Uit art. 1637z kan niet worden afgeleid, dat de dienstbetrekking tusschen een publiekrechtelijk lichaam en, zijn ambtenaren in het algemeen van burger-rechtelijken aard zou zijn.)
‘s-Hofs beslissing, waarbij de geldigheid van eenzijdige wijziging der ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.