Computerrecht 2022/186
In dit arrest bevestigt de Hoge Raad dat een machtiging van een rechter-commissaris is vereist voor het vorderen van verkeers- en locatiegegevens ook al staat dit niet in de wet. Voorheen was een bevel van officier van justitie voldoende. Ook stelt de Hoge Raad drie prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over het toepassingsbereik van Richtlijn 2002/58/EG, de definitie van ‘ernstige criminaliteit’, en de drempel voor het verstrekken van verkeers- en locatiegegevens voor opsporingsdoeleinden. In de annotatie gaan de auteurs in op de gevolgen van het arrest voor de strafrechtspraktijk en betogen zij dat het arrest bredere gelding moet krijgen.
HR 05-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:475, m.nt. A. Berlee & J.J. Oerlemans
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, M. Kuijer en T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/04869 CW
- Noot
A. Berlee & J.J. Oerlemans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS661200:1
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Algemeen
Informatierecht / ICT
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:475, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1181, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑12‑2021
- Wetingang
Essentie
In dit arrest bevestigt de Hoge Raad dat een machtiging van een rechter-commissaris is vereist voor het vorderen van verkeers- en locatiegegevens ook al staat dit niet in de wet. Voorheen was een bevel van officier van justitie voldoende. Ook stelt de Hoge Raad drie prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over het toepassingsbereik van Richtlijn 2002/58/EG, de definitie van ‘ernstige criminaliteit’, en de drempel voor het verstrekken van verkeers- en locatiegegevens voor opsporingsdoeleinden. In de annotatie gaan de auteurs in op de gevolgen van het arrest voor de strafrechtspraktijk en betogen zij dat het arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.