NJ 1925, p. 381
Overeenkomst van kraamverpleging. Dood der vrouw, waardoor de bedongen arbeid niet kon worden verricht. Geen loon verschuldigd.
HR 23-01-1925, ECLI:NL:HR:1925:246
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 1925
- Magistraten
Mrs. Bosch, Savelberg, Jhr. Feith, Kosters en Taverne.
- Zaaknummer
[23011925/NJ_1925,_p._381]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS150580:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1925:246, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑1925
- Wetingang
(BW art. 1638z, 1639k, 1902.)
Essentie
Overeenkomst van kraamverpleging. Dood der vrouw, waardoor de bedongen arbeid niet kon worden verricht. Geen loon verschuldigd.
Samenvatting
Art. 1638d bevat een uitzondering op den alg. regel van art. 1638b (geen arbeid, geen loon) en aan die uitzondering mag geen uitbreidende uitlegging worden gegeven.
Door den dood zijner echtgenoote was de werkgever door overmacht verhinderd van den bedongen arbeid gebruik te maken. In dat geval geldt die uitzondering niet. Ook kan in dit geval de dood der vrouw voor den man niet zijn eene hem persoonlijk betreffende verhindering als eigen ongesteldheid of eigen afwezigheid.
Hier is dus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.