Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.2.1 Cumulatie
Geldend
Geldend vanaf 21-11-2023
- Bronpublicatie:
14-11-2023, Stcrt. 2023, 31665 (uitgifte: 20-11-2023, regelingnummer: WJZ/ 35027054)
- Inwerkingtreding
21-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2023, Stcrt. 2023, 31665 (uitgifte: 20-11-2023, regelingnummer: WJZ/ 35027054)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Bij de toepassing van artikel 6, eerste lid, van het besluit worden bij het verlenen van subsidie op basis van deze titel buiten beschouwing gelaten:
- a.
subsidies op grond van:
- 1°
- 2°
- 3°
- b.
bijdragen van de Europese Commissie op grond van:
- 1°
verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 - het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PbEU 2013, L 347);
- 2°
verordening (EU) 2019/856 van de Europese commissie van 26 februari 2019 houdende aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de werking van het innovatiefonds (PbEU 2019, L 140/6);
- 3°
verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013;
- c.
bijdragen van een managementautoriteit als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies die worden gefinancierd door de Europese Unie overeenkomstig de artikelen 92 bis en 92 ter van verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU 2013, L347).
2.
Bijdragen van gemeenten, provincies, waterschappen en openbare lichamen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, worden aangemerkt als publieke cofinanciering, en blijven bij de toepassing van artikel 6, eerste lid, van het besluit buiten beschouwing voor zover het de berekening betreft van het maximum bedrag dat krachtens deze titel per project kan worden verstrekt.