NJ 1928, p. 481
HR, 19-01-1928
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 januari 1928
- Magistraten
Mrs. Bosch, Segers, Kosters, Schepel, van Gelsin Vitringa.
- Zaaknummer
[19011928/NJ_1928,_p._481]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS101771:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1928:268, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑01‑1928
- Wetingang
(BW art. 1198bis, 1201; WvK art. 208.)
Samenvatting
De pandhouder van een orderbiljet is — tenzij het tegendeel uitdrukkelijk mocht zijn bedongen — krachtens het hem daartoe legitimeerende endossement, als houder voor zich, gerechtigd den inhoud van het papier aan order zelfs in rechten in te vorderen.
Arrest Hof, waarbij dat recht aan den pandhouder was onthouden, vernietigd.
Partij(en)
J. Klaverwijden, koopman, wonende te Shanghai (China), c.s., eischers tot cassatie van een arrest door het Gerechtshof te Arnhem op 22 Februari 1927 tusschen partijen gewezen (N. J. 1927, 1036, Red.), advocaat Mr. L. A. Nypels; gepleit door Mr. F. M. Westerouen van Meeteren,
tegen: ...