NJ 2024/48
Onteigening vermogensbestanddelen en effecten SNS Reaal en SNS Bank. Vaststelling schadeloosstelling (art. 6:8-10 Wft). Positie achtergestelde crediteuren; geen verifieerbaarheid rente na datum hypothetische faillietverklaring (art. 128 Fw). Langjarige afwikkeling faillissement (run-off). Kostenvergoeding (art. 6:11 lid 4 Wft). Deskundigenoordeel; beperkte motiveringsplicht rechter. Vervolg op HR 20 maart 2015, NJ 2015/361.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02048
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Noot
M.A. Verbrugh
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS944954:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:649, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:683, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2021
- Wetingang
Art. 2:403 BW; art. 128 Fw
Essentie
Onteigening vermogensbestanddelen en effecten SNS Reaal en SNS Bank. Vaststelling schadeloosstelling (art. 6:8-10 Wft). Positie achtergestelde crediteuren; geen verifieerbaarheid rente na datum hypothetische faillietverklaring (art. 128 Fw). Langjarige afwikkeling faillissement (run-off). Kostenvergoeding (art. 6:11 lid 4 Wft). Deskundigenoordeel; beperkte motiveringsplicht rechter. Vervolg op HR 20 maart 2015, NJ 2015/361.
Samenvatting
Volgens art. 128 Fw kan na de faillissementsdatum verschenen rente niet geverifieerd worden, tenzij deze gedekt is door pand of hypotheek. Ervan moet worden uitgegaan dat de vereffening in een eerste faillissement van SNS Bank en SNS ...