NJF 2006, 303
Aansprakelijkheidsrecht. Rechten uit art. 6:166 BW niet voor subrogatie vatbaar. Bewijs medeplegen levert in casu geen dwingend bewijs van onrechtmatig handelen in zin van art. 6:162 BW op.
Rb. Zwolle-Lelystad 19-10-2005, ECLI:NL:RBZLY:2005:AV4835
- Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Datum
19 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. M.H.S. Lebens-de Mug, resp. H. Vegter
- Zaaknummer
97882/HAZA04-775
- LJN
AV4835
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZLY:2005:AV4835, Uitspraak, Rechtbank Zwolle-Lelystad, 19‑10‑2005
- Wetingang
art. 6:166 BW; art. 6:197 BW
Essentie
Aansprakelijkheidsrecht. Rechten uit art. 6:166 BW niet voor subrogatie vatbaar. Bewijs medeplegen levert in casu geen dwingend bewijs van onrechtmatig handelen in zin van art. 6:162 BW op.
Samenvatting
Gedaagde is veroordeeld wegens medeplegen van brandstichting in een auto. De verzekeraar die de eigenaar van de auto schadeloos heeft gesteld, vordert schadevergoeding van gedaagde stellende dat hij jegens haar als gesubrogeerde verzekeraar hoofdelijk aansprakelijk is op grond van een onrechtmatige daad in groepsverband (art. 6:166 BW).
De rechtbank overweegt in haar tussenvonnis dat in art. 6:197 lid 2 onder a BW wordt bepaald dat rechten uit art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.