Wet op de Raad van State
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Bronpublicatie:
27-11-2008, Stb. 2008, 551 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31084)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2009, Stb. 2009, 276 (uitgifte: 30-06-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Wet van 9 maart 1962 op de Raad van State
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wet van 21 December 1861, Stb. 129, houdende regeling van de samenstelling en de bevoegdheid van de Raad van State, door een nieuwe wet te vervangen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: