NJ 1985, 505
Rb. Dordrecht, 16-05-1984
Rb. Dordrecht 16-05-1984, ECLI:NL:RBDOR:1984:AC8407
- Instantie
Rechtbank Dordrecht
- Datum
16 mei 1984
- Magistraten
Mijs, Huijgen, Smidt Van Gelder
- Zaaknummer
[1984-05-16/VR_12629]
- LJN
AC8407
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDOR:1984:AC8407, Uitspraak, Rechtbank Dordrecht, 16‑05‑1984
- Wetingang
Fw art. 20
Essentie
Valt smartegeldvordering in faillissementsboedel?
Samenvatting
De beslissing of een smartegeldvordering zal worden ingesteld komt wegens het hoogst persoonlijke karakter ervan alleen aan de gelaedeerde toe. De aanspraken die uit een beslissing tot het instellen van zo'n vordering voortvloeien, behoren evenwel tot het vermogen van de gelaedeerde en maken, bij nadien uitgesproken faillissement, deel uit van de boedel.
Partij(en)
Mr. L.R.T. Peeters, te Dordrecht, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van J. van Steveninck, echtgenote van Lohr, te Zwijndrecht, eiser q.q., proc. Mr. L.R.T. Peeters,
tegen
H.S. Emanuels, te Zwijndrecht, gedaagde, proc. Mr. L.A.J. Groothuis.