Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954 BES
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening van 16 maart 1967 ter uitvoering van het op 1 maart 1954 te 's Gravenhage gesloten verdrag betreffende de burgerlijke rechtsvordering tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (P.B. 1967, no. 46), zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
07-09-2010, Stb. 2010, 505 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
1.
Hoger beroep van de afwijzende beschikking van de rechter in eerste aanleg kan worden ingesteld door de verzoekende partij binnen twee maanden na de dag waarop de expeditie van die beschikking aan de Minister is toegezonden.
2.
De instelling van hoger beroep geschiedt door een daartoe strekkende schriftelijke mededeling aan de Minister. Deze mededeling bevat de gronden waarop het beroep steunt.
De Minister stelt de griffier van het gerecht in eerste aanleg, dat de beschikking heeft gegeven, in kennis met het ingestelde hoger beroep. Tevens doet hij daarvan mededeling aan het Hof van Justitie. De griffier van het gerecht in eerste aanleg doet de overgelegde stukken met een afschrift van de afwijzende beschikking aan het Hof van Justitie toekomen.