Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 260 [Rechtshandelingen waartoe de kapitein bevoegd is]
Geldend
Geldend vanaf 10-12-1998
- Bronpublicatie:
02-07-1997, Stb. 1997, 325 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 24799)
- Inwerkingtreding
10-12-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-02-1998, Stb. 1998, 83 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De kapitein is bevoegd die rechtshandelingen te verrichten, welke rechtstreeks strekken om het schip in bedrijf te brengen of te houden. Onder rechtshandeling is hier het in ontvangst nemen van een verklaring begrepen.
2.
De kapitein is bevoegd cognossementen af te geven voor zaken, die ten vervoer zijn ontvangen en aangenomen en passagebiljetten af te geven voor met het schip te vervoeren reizigers. Tevens is hij bevoegd namens de reder en de rechthebbenden op de zaken aan boord van het schip een overeenkomst omtrent hulpverlening te sluiten alsmede om het hulploon of de bijzondere vergoeding te innen.