Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 425 [Gevolgen nieuw huwelijk]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
09-03-2023, Stb. 2023, 84 (uitgifte: 17-03-2023, kamerstukken: 35348)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 118 (uitgifte: 14-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de achtergebleven echtgenote van een vermiste een nieuw huwelijk is aangegaan, doch de vermiste nog in leven was na de dag die als datum van overlijden was vermeld in de overeenkomstig artikel 417 van dit boek opgemaakte akte, zoals deze bij de voltrekking van het nieuwe huwelijk luidde, wordt niettemin voor de bepaling van de staat van haar kinderen die voor het nieuwe huwelijk zijn geboren, het huwelijk met de vermiste geacht te zijn ontbonden op de in die akte vermelde dag. Dit lid is van overeenkomstige toepassing op de achtergebleven geregistreerde partner en het aangaan van een nieuw geregistreerd partnerschap.
2.
Degene ten aanzien van wie de vermissing is vastgesteld voor wie bij diens terugkeer het gezag over zijn minderjarige kind niet is herleefd, kan de rechtbank verzoeken hem daarmede te belasten. Wanneer deze tezamen met de andere ouder verzoekt in het belang van hun kind hen gezamenlijk met het gezag te belasten, dan wel niet in het gezag is voorzien of een voogd het gezag uitoefent, wordt het verzoek slechts afgewezen indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd. In de overige gevallen wordt het verzoek slechts ingewilligd indien de rechtbank dit in het belang van het kind wenselijk oordeelt.