NJB 2023/1091
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging voor de duur van twee jaar. Is voldaan aan de wettelijke voorwaarde dat betrokkene gedurende de afgelopen vijf jaar aaneengesloten gedwongen zorg heeft ontvangen? Hoge Raad: 1. Voorwaardelijke machtiging. Bij de berekening van het aantal jaren aaneengesloten gedwongen zorg, wordt ook zorg in aanmerking genomen die is verleend op basis van een voorwaardelijke machtiging. 2. Nawerking. Een voorlopige machtiging kon na het verstrijken van haar geldigheidsduur niet meer de grondslag vormen voor de verlening van gedwongen zorg. 3. Overgangsrecht. Op een machtiging die vóór 1 januari 2020 is verleend, blijft de Wet Bopz van toepassing.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/04310
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:564, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:178, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑11‑2022
- Wetingang
(art. 6:5 aanhef en onder b en c, art. 15:1 lid 1 aanhef en onder c, lid 2 Wvggz; art. 2, 14a, 14d lid 1, art. 19 Wet Bopz (oud); art. 37 (oud) Sr)
Essentie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Zorgmachtiging voor de duur van twee jaar. Is voldaan aan de wettelijke voorwaarde dat betrokkene gedurende de afgelopen vijf jaar aaneengesloten gedwongen zorg heeft ontvangen? Hoge Raad: 1. Voorwaardelijke machtiging. Bij de berekening van het aantal jaren aaneengesloten gedwongen zorg, wordt ook zorg in aanmerking genomen die is verleend op basis van een voorwaardelijke machtiging. 2. Nawerking. Een voorlopige machtiging kon na het verstrijken van haar geldigheidsduur niet meer de grondslag vormen voor de verlening van gedwongen zorg. 3. Overgangsrecht. Op een machtiging die vóór 1 januari 2020 is verleend, blijft de Wet Bopz van ...