NJ 2004, 646
Bewijs van naaktrecreatie op of aan een voor het openbaar verkeer bestemde plaats die daartoe niet geschikt is, is onvoldoende dat aanpalend gebied wel voor naaktrecreatie is aangewezen.
Hof Arnhem 10-09-2004, ECLI:NL:GHARN:2004:AR1937
- Instantie
Hof Arnhem
- Datum
10 september 2004
- Magistraten
Mrs. Van den Heuvel, Meijer, Winters
- Zaaknummer
21-004299-03
- LJN
AR1937
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARN:2004:AR1937, Uitspraak, Hof Arnhem, 10‑09‑2004
- Wetingang
Sr art. 430a
Essentie
Bewijs van naaktrecreatie op of aan een voor het openbaar verkeer bestemde plaats die daartoe niet geschikt is, is onvoldoende dat aanpalend gebied wel voor naaktrecreatie is aangewezen.
Uitspraak
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen, dat verdachte het telastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
In artikel 430a van het Wetboek van Strafrecht is strafbaar gesteld ‘hij die zich buiten een door de gemeenteraad als geschikt voor ongeklede openbare recreatie aangewezen plaats, ongekleed bevindt op of aan een voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.