NJ 1966, 290
Hof Arnhem, 29-06-1965
Hof Arnhem 29-06-1965, ECLI:NL:GHARN:1965:AB6341
- Instantie
Hof Arnhem
- Datum
29 juni 1965
- Magistraten
Bloemers, Tabingh Suermondt, Vriesendorp
- Zaaknummer
[1965-06-29/NJ_50748]
- LJN
AB6341
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARN:1965:AB6341, Uitspraak, Hof Arnhem, 29‑06‑1965
- Wetingang
Rv (oud) art. 134; Rv (oud) art. 424; Rv (oud) art. 750; Rv (oud) art. 754
Essentie
Vervolg HR 10 april 1964 NJ 1965 no. 32.
Samenvatting
De derde-beslagene behoort ingevolge de in cassatie niet aangevochten en dus onherroepelijk geworden beslissing (vgl. Veegens ‘Cassatie’ blz. 227) slechts te worden veroordeeld in die proceskosten, die moeten worden beschouwd als gevolg v.h. doen v.d. onjuiste verklaring.
Het bij mem. na verwijzing vorderen van wettelijke interessen over het te vorderen bedrag, is i.c. gezien de daaraan gegeven nieuwe grondslag een vermeerdering althans verandering van eis, die het Hof in deze stand v.h. geding niet toelaatbaar acht, ook al heeft de wederpartij zich daartegen niet verzet. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.