AB 2007, 307
Rb. Utrecht, 30-08-2007, nr. SBR07/184, nr. SBR07/1116, nr. SBR07/1332
Rb. Utrecht 30-08-2007, ECLI:NL:RBUTR:2007:BB2648, m.nt. L.C. Groen en B.P. Vermeulen
- Instantie
Rechtbank Utrecht
- Datum
30 augustus 2007
- Magistraten
Mrs. S. Wijna, H.J.H. van Meegen, M.E. Heinemann
- Zaaknummer
SBR07/184
SBR07/1116
SBR07/1332
- Noot
L.C. Groen en B.P. Vermeulen
- LJN
BB2648
- JCDI
JCDI:ADS182722:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onderwijsrecht (V)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Grondrechten
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBUTR:2007:BB2648, Uitspraak, Rechtbank Utrecht, 30‑08‑2007
- Wetingang
Essentie
Weigering moslim-docente om mannen de hand te schudden voldoende grond voor ontslag.
Samenvatting
Op de eerste dag van het nieuwe schooljaar heeft een docente van een openbare onderwijsinstelling haar collega’s per e-mail medegedeeld dat zij vanwege haar geloofsovertuiging besloten heeft mannelijke collega’s geen handen meer te geven. De docente is in reactie hierop geschorst, en vervolgens ontslagen. Eiseres en verweerder hebben de Commissie Gelijke Behandeling gevraagd een oordeel te geven over de vraag of verweerder in strijd handelt met art. 5 AWGB. De Commissie heeft geoordeeld dat verweerder verboden indirect onderscheid maakt op grond van godsdienst door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.