AB 2002, 199
Betrouwbaarheidstoetsing; lopende vervolging; belangenverstrengeling.
CBb 18-04-2002, ECLI:NL:CBB:2002:AE2368, m.nt. I.C. van der Vlies
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
18 april 2002
- Magistraten
Verwayen, Cusell, Hagen
- Zaaknummer
AWB01/719
- Noot
I.C. van der Vlies
- LJN
AE2368
- JCDI
JCDI:ADS868785:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2002:AE2368, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 18‑04‑2002
- Wetingang
WTE art. 7 lid 1; WTE art. 11 lid 1; BTE 1995 art. 10; Reg. betrouwbaarheidstoetsing van (kandidaat)(mede)beleidsbepalers en houders van gekwalificeerde deelnemingen in onder toezicht staande instellingen beleidsregels betrouwbaarheidstoetsing van beleidsbepalers
Essentie
Betrouwbaarheidstoetsing; lopende vervolging; belangenverstrengeling.
Samenvatting
Naar het oordeel van het college kan de Autoriteit FM, ook zonder dat sprake is van een oordeel van de strafrechter inzake de vraag of een kandidaat bestuurder van een effecteninstelling een ten laste gelegd strafbaar feit heeft gepleegd, in geval van een strafrechtelijk onderzoek op basis van zulk een verdenking, zich in beginsel redelijkerwijs op het standpunt stellen dat de betrouwbaarheid van de betreffende (kandidaat)bestuurder niet buiten twijfel staat. Met name met het oog op de borging van het maatschappelijk vertrouwen in de financiële markten en instellingen, een van de centrale doelstellingen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.