AB 1999, 111
Rijksbijdrage lokaal openbaar vervoer; exploitatiekosten trolleybus; ontvankelijkheid beroep (vervoermaatschappij en B&W als bestuursorgaan) en bezwaar (gemeente); verbindendheid bijdrageregeling; overleg; motivering; rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel; evenredigheidsbeginsel
CBb 20-01-1999, ECLI:NL:CBB:1999:AN5885, m.nt. J.H. van der Veen (Arnhemse trolleybussen)
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
20 januari 1999
- Magistraten
Roemers, Lubberdink, Van der Ham
- Zaaknummer
95/1419/090/150
- Noot
J.H. van der Veen
- LJN
AN5885
- Roepnaam
Arnhemse trolleybussen
- JCDI
JCDI:ADS868725:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:1999:AN5885, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 20‑01‑1999
- Wetingang
Wet Bestuursrechtspraak Bedrijfsorganisatie art. 18 lid 3; Wet Personenvervoer art. 37 (oud); Wet Personenvervoer art. 38 (oud); Wet Personenvervoer art. 65; Wet Personenvervoer art. 70; Wet Personenvervoer art. 11; AWB art. 1:2 lid 1; AWB art. 1:2 lid 2; AWB art. 3:4; AWB art. 4:12; AWB art. 7:11; AWB art. 7:12; AWB art. 8:2; Gem.w art. 147 lid 2
Essentie
Rijksbijdrage lokaal openbaar vervoer; exploitatiekosten trolleybus; ontvankelijkheid beroep (vervoermaatschappij en B&W als bestuursorgaan) en bezwaar (gemeente); verbindendheid bijdrageregeling; overleg; motivering; rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel; evenredigheidsbeginsel. [Gem. Arnhem]
Samenvatting
1
De vervoermaatschappij is niet-ontvankelijk in haar beroep. Haar belang is afgeleid van dat van de gemeente Arnhem.
Het college van B&W is niet-ontvankelijk in zijn beroep. Het gaat hier om een financiële verstrekking ten gunste van het vermogen van de gemeenten, waarbij uitsluitend de belangen van de rechtspersoon rechtstreeks zijn betrokken. De in art. 11 t/m 14 Wet personenvervoer aan B&W toegekende bevoegdheden betreffen bevoegdheden tot uitvoering van beleid waarvan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.