AB 1998, 195
Goederenvervoer binnenschepen anders dan krachtens vergunning beurtvaartdienst enz.; vervoer buizen per — toegelaten — ponton; clausulering toelating en ministeriële richtlijn; schadevergoeding: nadere uitspraak.
CBb 10-04-1998, ECLI:NL:CBB:1998:AN5618, m.nt. J.H. van der Veen
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
10 april 1998
- Magistraten
Van Wagtendonk, Pieters, Lourens
- Zaaknummer
94/1592/091/130
- Noot
J.H. van der Veen
- LJN
AN5618
- JCDI
JCDI:ADS868682:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verkeersrecht (V)
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:1998:AN5618, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 10‑04‑1998
- Wetingang
Wet Bestuursrechtspraak Bedrijfsorganisatie art. 18 lid 3; Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart art. 3 (oud); Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart art. 4 (oud); Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart art. 11 lid 2 (oud); Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart art. 53 (oud); Uitv.besl. goederenvervoer binnenscheepvaart art. 7; Uitv.besl. goederenvervoer binnenscheepvaart art. 58; Richtlijnen rijksverkeersinspecteurs goederenvervoer binnenscheepvaart art. 12; ARBart. 36a (oud); ARBart. 36b (oud); AWB art. 8:73 lid 2
Essentie
Goederenvervoer binnenschepen anders dan krachtens vergunning beurtvaartdienst enz.; vervoer buizen per — toegelaten — ponton; clausulering toelating en ministeriële richtlijn; schadevergoeding: nadere uitspraak.
Samenvatting
De aan appellante toebehorende ponton, waarvoor een toelating was verstrekt, was voor het transport van de in geding zijnde buizen (met hun lengte van 9 tot 13 m) het geëigende vervoermiddel.
De vraag of appellante het aangeboden vervoer van die buizen op basis van het haar verstrekte bewijs van toelating mocht verrichten, dient uitsluitend te worden beantwoord aan de hand van de voorwaarden waaraan die toelating is gebonden. In dat bewijs is terzake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.