AB 1997, 150
Geheimhouding; advies Commissie economische mededinging; gewichtige redenen; beoordeling van geval tot geval
CBb 24-01-1997, ECLI:NL:CBB:1997:AN5302, m.nt. J.H. van der Veen
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
24 januari 1997
- Magistraten
Winter
- Zaaknummer
95/0234/063/019
- Noot
J.H. van der Veen
- LJN
AN5302
- JCDI
JCDI:ADS868715:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Mededingingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:1997:AN5302, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 24‑01‑1997
- Wetingang
Wbbo art. 18 lid 3; Awb art. 8:29 lid 1; Awb art. 8:29 lid 3; WEM art. 28; WEM art. 33; WEM art. 35
Essentie
Geheimhouding; advies Commissie economische mededinging; gewichtige redenen; beoordeling van geval tot geval.
Samenvatting
Bij het nemen van een beslissing op een mededeling als bedoeld in art. 8:29 eerste lid Awb (alleen kennisneming door de rechter) moet het College van Beroep zich aan de hand van de stukken van geval tot geval een oordeel vormen. Een rechtvaardiging voor beperking van de kennisneming is op zichzelf niet gelegen in de omstandigheid dat de ter zake toepasselijke bijzondere wetgeving — zoals i.c. de Wet economische mededinging — bepaalde stukken uitsluit van openbare kennisneming. Relevant is of die stukken gegevens bevatten waarvan de andere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.