CBb, 28-03-1995, nr. 93/1934/082/002

Documentgegevens:

CBb 28-03-1995, ECLI:NL:CBB:1995:ZG0972, m.nt. M.L.W.M. Viering

Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum: 28 maart 1995
Magistraten: Kiewiet, Winter, Lourens
Zaaknummer: 93/1934/082/002
Noot: M.L.W.M. Viering
LJN: ZG0972
JCDI: JCDI:ADS868708:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:CBB:1995:ZG0972, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 28‑03‑1995
Wetingang: Wet Tuchtrechtspraak Bedrijfsorganisatie art. 17 onder c; Wet Tuchtrechtspraak Bedrijfsorganisatie art. 20; EVRM art. 6; LKW art. 13; Landbouwkwaliteitsbesl. bloembollen art. 2; Landbouwkwaliteitsbesl. bloembollen art. 6; Verord. PVS kwaliteitsvoorschriften bloembollen art. 2

Essentie

Overtreding teeltverbod bloembollen (opplanten niet voor doorteelt goedgekeurde crocusbollen); toepasselijkheid art. 6 EVRM op tuchtprocedure; gevolg onredelijke termijn.

Samenvatting

1

Tuchtprocedure aan te merken als een ‘criminal charge’ in de zin van art. 6 EVRM, nu ingevolge art. 18 Landbouwkwaliteitswet overtreding van art. 2 onder a van de Verordening een strafrechtelijk stempel draagt, de overtreden norm zich mede richt tot anderen dan aangeslotenen bij de BKD, alsmede gelet op de zwaarte van de op de overtreding gestelde (mogelijke) sanctie(s).

2

Gesteld voor de vraag welk gevolg moet worden verbonden aan de overschrijding van de redelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.