NJB 2009, 573
ABRvS, 04-03-2009, nr. 200803215/1: Stichting Hogeschool Rotterdam
ABRvS 04-03-2009, ECLI:NL:RVS:2009:BH4667 (Stichting Hogeschool Rotterdam)
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 maart 2009
- Magistraten
Mrs. Polak, Van den Brink en Wortmann
- Zaaknummer
200803215/1
- LJN
BH4667
- Roepnaam
Stichting Hogeschool Rotterdam
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2009:BH4667, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑03‑2009
- Wetingang
EG-Verdrag art. 146; EG-Verdrag art. 158; EG-Verdrag art. 161; EG-Verdrag art. 163; EG-Verdrag art. 209; Verordening betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten; Coördinatieverordening; Reg. ESF 1991; Awb art. 8:26; Awb art. 8:73
Essentie
Aansluiting bij de jurisprudentie van het EHRM over de uitleg van art. 6 EVRM.
In zaken die uit een bezwaarschriftprocedure en twee rechterlijke instanties bestaan, is in beginsel een totale lengte van de procedure van ten hoogste vijf jaar redelijk (uitspraak van 24 december 2008, nr. 200802629/1). Daarbij mag de behandeling van het bezwaar ten hoogste één jaar, de behandeling van het beroep ten hoogste twee jaar en de behandeling van het hoger beroep ten hoogste twee jaar duren.
In gevallen waarin in beroep bij de rechtbank is aangevoerd dat de redelijke termijn is geschonden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.