NJB 2008, 2206
ABRvS, 03-12-2008, nr. 200704652/1
ABRvS 03-12-2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG5910
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
3 december 2008
- Magistraten
Mrs. Polak, Lubberdink en Van Altena
- Zaaknummer
200704652/1
- LJN
BG5910
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2008:BG5910, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 03‑12‑2008
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Volgens vaste jurisprudentie van het EHRM vallen procedures over de binnenkomst, het verblijf en de uitzetting van vreemdelingen buiten het bereik van art. 6 EVRM. Het geschil over de vergoeding van de door appellante gemaakte proceskosten is te herleiden tot de weigering aan haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen. Daarom kan het verzoek tot vergoeding van immateriële schade niet op deze verdragsbepaling worden gebaseerd. De rechtszekerheid die als algemeen aanvaard rechtsbeginsel aan art. 6 EVRM mede ten grondslag ligt, geldt echter evenzeer binnen de nationale rechtsorde en evenzeer los van die verdragsbepaling en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.