ABRvS, 12-11-2008, nr. 200801526/1
ECLI:NL:RVS:2008:BH2161
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12-11-2008
- Zaaknummer
200801526/1
- LJN
BH2161
- Roepnaam
Erdbrinkplein
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2008:BH2161, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑11‑2008; (Hoger beroep)
- Vindplaatsen
ABkort 2009/30
Uitspraak 12‑11‑2008
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 27 september 2007 (hierna: het besluit) heeft de raad van de gemeente Doetinchem (hierna: de raad) het parkeerterrein Erdbrinkplein en het voormalige busstation aan de Hofstraat aan het openbaar verkeer onttrokken.
200801526/1.
Datum uitspraak: 12 november 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Carwash De Achterhoek B.V., gevestigd te Doetinchem,
appellante,
tegen de uitspraak in zaken nrs. 07/2173, 07/2174, 07/2206 en 07/2207 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen van 16 januari 2008 in het geding tussen:
appellante
en
de raad van de gemeente Doetinchem.
1. Procesverloop
Bij besluit van 27 september 2007 (hierna: het besluit) heeft de raad van de gemeente Doetinchem (hierna: de raad) het parkeerterrein Erdbrinkplein en het voormalige busstation aan de Hofstraat aan het openbaar verkeer onttrokken.
Bij uitspraak van 16 januari 2008, verzonden op 23 januari 2008, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen (hierna: de voorzieningenrechter), voor zover thans van belang, het door appellante (hierna: Carwash De Achterhoek) daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en dit besluit vernietigd, doch bepaald dat de rechtsgevolgen ervan in stand blijven voor zover daarbij is besloten het parkeerterrein Erdbrinkplein en het voormalige busstation aan de Hofstraat aan de openbaarheid te onttrekken en voorts de raad opgedragen om met inachtneming van deze uitspraak een nader besluit te nemen omtrent mogelijke aan Carwash De Achterhoek toe te kennen nadeelcompensatie. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft Carwash De Achterhoek bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 februari 2008, hoger beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 oktober 2008, waar Carwash De Achterhoek, vertegenwoordigd door mr. H.J. Breeman, advocaat te Rotterdam, vergezeld door [bestuurder], en de raad, vertegenwoordigd door mr. dr. N.C. Faber en W. Beyer, beiden ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 9, eerste lid, gelezen in verbinding met artikel 8, van de Wegenwet kan een weg die niet door het Rijk, een provincie of een waterschap wordt onderhouden en waarop een waterschap niet krachtens zijn inrichting of zijn reglement heeft toe te zien, aan het openbaar verkeer worden onttrokken bij een besluit van de raad van de gemeente waarin de weg is gelegen.
2.2. Carwash De Achterhoek betoogt dat de voorzieningenrechter, door de rechtsgevolgen van het besluit, voor zover daarbij weggedeelten aan het openbaar verkeer zijn onttrokken, in stand te laten, heeft miskend dat niet is uitgesloten dat de raad na een zorgvuldige voorbereiding en belangenafweging tot de conclusie komt dat de wegonttrekking niet of niet op de bij het besluit vastgestelde wijze in stand kan blijven.
2.2.1. Dat betoog slaagt. Carwash De Achterhoek heeft in haar zienswijze over het ontwerp van het besluit gesteld dat het aan het openbaar verkeer onttrekken van het parkeerterrein Erdbrinkplein en het voormalige busstation aan de Hofstraat haar ernstige schade zal berokkenen, aangezien veel gebruikers van het parkeerterrein Erdbrinkplein gebruik maken van het door haar geëxploiteerde autowascentrum, waarvan een ingang zich aan de zijde van dit parkeerterrein bevindt. De voorzieningenrechter heeft het besluit vernietigd, omdat de raad niet op die stelling is ingegaan. De rechtsgevolgen van een vernietigd besluit, waaraan geen toereikende belangenafweging ten grondslag ligt, kunnen slechts in stand worden gelaten indien het bestuursorgaan alsnog inzicht heeft gegeven in de wijze waarop het de betrokken belangen heeft afgewogen en de aldus kenbaar gemaakte belangenafweging het vernietigde besluit kan dragen. Gebleken is dat niet kan worden uitgesloten dat de raad niet tot onttrekking op de wijze, als thans is geschied, zou hebben besloten indien hij had moeten voorzien in nadeelcompensatie voor Carwash De Achterhoek. Voor het in stand laten van de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit, als waartoe de voorzieningenrechter heeft beslist, bestond onder die omstandigheden geen grond.
2.3. Het hoger beroep is reeds hierom gegrond. Hetgeen Carwash De Achterhoek verder heeft aangevoerd, behoeft geen bespreking. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover daarin rechtsgevolgen van het besluit in stand zijn gelaten.
2.4. De raad dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen van 16 januari 2008 in de zaken nrs. 07/2173, 07/2174, 07/2206 en 07/2207, doch slechts voor zover rechtsgevolgen van het vernietigde besluit van de raad van de gemeente Doetinchem van 27 september 2007 daarbij in stand zijn gelaten;
III. veroordeelt de raad van de gemeente Doetinchem tot vergoeding van bij Carwash De Achterhoek B.V. in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 644,00 (zegge: zeshonderdvierenveertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Doetinchem aan Carwash De Achterhoek B.V. onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
IV. gelast dat de gemeente Doetinchem aan Carwash De Achterhoek B.V. het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 433,00 (zegge: vierhonderddrieëndertig euro) voor de behandeling van het hoger beroep vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. W. Konijnenbelt en mr. D. Roemers, leden, in tegenwoordigheid van mr. W. van Hardeveld, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Van Hardeveld
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 november 2008
312-582.