M en R 2008, 59
Vergunningverlening mosselzaadvisserij; onvoldoende aannemelijk gemaakt dat er geen schadelijke gevolgen zijn
ABRvS 27-02-2008, ECLI:NL:RVS:2008:BC5266, m.nt. M.K. de Bruin
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
27 februari 2008
- Magistraten
Van Buuren, Hennekens, Simons-Vinckx
- Zaaknummer
200607555/1
- Noot
M.K. de Bruin
- LJN
BC5266
- JCDI
JCDI:ADS880366:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2008:BC5266, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 27‑02‑2008
- Wetingang
Natuurbeschermingswet 1998 art. 19d
Essentie
Vernietiging van de vergunning voor mosselvisserij in het voorjaar van 2006. Minister van LNV heeft onvoldoende gemotiveerd waarom hij zich op grond van de passende beoordeling heeft kunnen verzekeren dat habitattype 1110 (permanent overstroomde zandbanken) niet zal worden aangetast voor de vergunde mosselvisserij. Het adaptief management kan het gebrek aan wetenschappelijke gegevens niet ondervangen omdat de vergunningvoorwaarden aantasting van de natuurlijke kenmerken van het gebied tijdens de onderzoeksperiode niet uitsluiten.
Partij(en)
Vereniging Vogelbescherming Nederland e.a.
tegen
Minister van LNV
Uitspraak
1. Procesverloop
Bij besluit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.