Gst. 2006, 153:153. ABRvS 24-5-06. Weigering exploitatievergunning seksinrichting op grond van de Wet Bibob. Zakelijk samenwerkingsverband. Evenredigheid. (Den Haag) m.nt. A. van den Berg

Gst. 2006, 153

153. ABRvS 24-5-06. Weigering exploitatievergunning seksinrichting op grond van de Wet Bibob. Zakelijk samenwerkingsverband. Evenredigheid. (Den Haag) m.nt. A. van den Berg

Documentgegevens:

ABRvS 24-05-2006, ECLI:NL:RVS:2006:AX4420, m.nt. A. van den Berg

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum: 24 mei 2006
Magistraten: mrs. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, J.A.W. Scholten-Hinloopen en W.D.M. van Diepenbeek
Zaaknummer: 200508982/1
Noot: A. van den Berg
LJN: AX4420
JCDI: JCDI:ADS883217:1
Vakgebied(en): Bestuursrecht algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:RVS:2006:AX4420, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑05‑2006
Wetingang: Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur art. 3; Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur art. 7; APV 's‑Gravenhage

Essentie

Weigering exploitatievergunning seksinrichting op grond van de Wet Bibob; zakelijk samenwerkingsverband; evenredigheid. (Den Haag)

Samenvatting

De burgemeester heeft op goede gronden aangenomen dat tussen appellanten en de onderneming van hun dochter een zakelijk samenwerkingsverband bestaat. Daarbij zijn reeds in de familierelatie en het feit dat zij allen in dezelfde branche werkzaam zijn, aanwijzingen gelegen voor een mogelijk samenwerkingsverband. Voorts blijkt dat er tussen hen een rekening-courantverhouding bestond en is door de onderneming van de dochter een lening aan appellanten verstrekt. De burgemeester heeft terecht van doorslaggevend belang geacht dat appellanten een aantal raamprostitutiepanden daadwerkelijk hebben geëxploiteerd, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.