Gst. 2006, 110:110. ABRvS 24-5-06. Opiumwet, preventieve bestuursdwangaanschrijving, sluiting; rechtszekerheid. (Heerlen) m.nt. L.J.J. Rogier

Gst. 2006, 110

110. ABRvS 24-5-06. Opiumwet, preventieve bestuursdwangaanschrijving, sluiting; rechtszekerheid. (Heerlen) m.nt. L.J.J. Rogier

Documentgegevens:

ABRvS 24-05-2006, ECLI:NL:RVS:2006:AX4387, m.nt. L.J.J. Rogier

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum: 24 mei 2006
Magistraten: (mrs. M. Vlasblom, C.H.M. van Altena en W.D.M. van Diepenbeek)
Zaaknummer: 200508117/1
Noot: L.J.J. Rogier
LJN: AX4387
JCDI: JCDI:ADS883109:1
Vakgebied(en): Bestuursrecht algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:RVS:2006:AX4387, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑05‑2006
Wetingang: Opiumwet art. 13b lid 1; APV Heerlen art. 2.2.2; EVRM art. 10

Essentie

Opiumwet, preventieve bestuursdwangaanschrijving, sluiting; rechtszekerheid. (Heerlen)

Samenvatting

Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat art. 13b Opw preventief kan worden toegepast. In de memorie van toelichting op de Wijziging van de Opiumwet in verband met het creëren van de mogelijkheid voor de burgemeester om bestuursdwang toe te passen ter handhaving van art. 2 en 3 Opw wordt de in art. 13b Opw aan de burgemeester toegekende bevoegdheid aangemerkt als strekkende tot het uitoefenen van bestuursdwang teneinde zowel preventief als repressief te kunnen optreden tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.