AB 2006, 368
Intrekking bouwvergunning.
ABRvS 24-05-2006, ECLI:NL:RVS:2006:AX4416, m.nt. T.E.P.A. Lam
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
24 mei 2006
- Magistraten
Mrs. Van Dijk, Winter en Horstink-von Meyenfeldt
- Zaaknummer
200504650/01
- Noot
T.E.P.A. Lam
- LJN
AX4416
- JCDI
JCDI:ADS867855:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Bouwrecht / Woonrecht
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2006:AX4416, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 24‑05‑2006
- Wetingang
Woningwet art. 59
Essentie
Intrekking bouwvergunning.
Samenvatting
De Afdeling stelt voorop dat intrekking van een bouwvergunning geen verplichting is maar een bevoegdheid. Bij hantering van die bevoegdheid moeten alle relevante belangen worden geïnventariseerd en afgewogen. Daartoe behoren naast de door het college gestelde belangen ook de (financiële) belangen van de vergunninghouder. In dat kader dient tevens de vraag te worden beantwoord of het niet tijdig gebruik maken van de bouwvergunning aan de vergunninghouder is toe te rekenen. Op zichzelf is juist dat een wijziging van het planologisch regime waaraan de bouwvergunning eertijds is getoetst, een redelijk belang kan vormen dat met de intrekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.