Gst. 2006, 74
74. ABRvS 22-3-06. Bestemmingsplan, verplichtingen, bedrijventerrein. Verruiming ‘bedenkingenfuik’. MER, bevoegd gezag. Milieuaspecten. (Deventer) m.nt. J.M.H.F. Teunissen
ABRvS 22-03-2006, ECLI:NL:RVS:2006:AV6291, m.nt. J.M.H.F. Teunissen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
22 maart 2006
- Magistraten
mrs. P.J.J. van Buuren, M.G.J. Parkins-de Vin en B.J. van Ettekoven
- Zaaknummer
200502510/1
- Noot
J.M.H.F. Teunissen
- LJN
AV6291
- JCDI
JCDI:ADS699925:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2006:AV6291, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22‑03‑2006
- Wetingang
WRO art. 4a lid 10; WRO art. 10; WRO art. 11; WRO art. 23; WRO art. 25; WRO art. 27; WRO art. 28; WRO art. 56; Besl. luchtkwaliteit; WMb art. 7.2; WMb art. 7.4; WMb art. 7.8; WMb art. 7.23; WMb art. 7.27; WMb art. 7.30; WMb art. 7.35; Besluit mer 1994 onderdeel D.11.3 van de bijlage; EG-rechtlijn 85/337 (mer-richtlijn); EG-Verdrag art. 10; Awb afdeling 3.5 (oud)
Essentie
Bestemmingsplan t.b.v. bedrijventerrein. Verruiming ‘bedenkingenfuik’. Beschrijving in hoofdlijnen juridisch bindend? Verwijzing naar beeldkwaliteitsplan. Gefaseerde aanleg bedrijventerrein ten onrechte niet voorgeschreven? Bij beoordeling of drempelwaarde voor mer(-beoordelings)plicht wordt overschreden, uitgaan van bruto-oppervlak bedrijventerrein. Vaststelling MER-startnotitie door bevoegd gezag nodig? Ten onrechte alleen inrichtings-MER en geen locatie-MER gemaakt? Ten onrechte niet alle milieuaspecten onderzocht? In bestemmingsplan kunnen (geen actieve maar wél) voorwaardelijke verplichtingen worden opgenomen. (Deventer)
Samenvatting
1
GS hebben de bedenkingen van MEGA inzake de luchtkwaliteit niet-ontvankelijk verklaard omdat deze bedenkingen eerst buiten de bedenkingentermijn zijn ingediend. De Afdeling vat de niet-ontvankelijkverklaring door GS van deze bedenkingen op alsof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.