AB 2006, 421
Bestemmingsplan ‘Bedrijvenpark Linderveld’ Gemeente Deventer; ontvankelijkheid i.v.m. ingediende zienswijzen en bedenkingen; bruto-oppervlakte bedrijventerrein bepalend voor m.e.r. (beoordelings-)plicht; art. 7.35 Wm niet van toepassing; betekenis art. 8 Europese MER-richtlijn; mitigerende en compenserende maatregelen als verplichting in voorschriften bestemmingsplan; richtlijnconforme uitleg art. 10 WRO; strijd met streekplan.
ABRvS 22-03-2006, ECLI:NL:RVS:2006:AV6291, m.nt. A.A.J. de Gier
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
22 maart 2006
- Magistraten
Mrs. van Buuren, Parkins-de Vin, Van Ettekoven
- Zaaknummer
200502510/1
- Noot
A.A.J. de Gier
- LJN
AV6291
- JCDI
JCDI:ADS867467:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2006:AV6291, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22‑03‑2006
- Wetingang
WRO art. 4a lid 10; WRO art. 10; WRO art. 11; WMb (oud en nieuw) art. 7.35 lid 3; EG-Verdrag art. 10
Essentie
Bestemmingsplan ‘Bedrijvenpark Linderveld’ Gemeente Deventer; ontvankelijkheid i.v.m. ingediende zienswijzen en bedenkingen; bruto-oppervlakte bedrijventerrein bepalend voor m.e.r. (beoordelings-)plicht; art. 7.35 Wm niet van toepassing; betekenis art. 8 Europese MER-richtlijn; mitigerende en compenserende maatregelen als verplichting in voorschriften bestemmingsplan; richtlijnconforme uitleg art. 10 WRO; strijd met streekplan.
Samenvatting
Nu appellanten zienswijzen en bedenkingen hebben ingediend tegen het gehele plan kunnen de ter ondersteuning van de beroepen nader aangevoerde argumenten inzake de luchtkwaliteit hieraan worden toegerekend en vinden deze hierin hun grondslag. De Afdeling ziet derhalve geen aanleiding de beroepen op dit punt niet-ontvankelijk te verklaren. (…) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.