AB 2006, 188
Huursubsidie; vermogen; vertrouwensbeginsel.
ABRvS 01-03-2006, ECLI:NL:RVS:2006:AV2962, m.nt. N. Verheij (teruggevorderde huursubsidie)
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
1 maart 2006
- Magistraten
Mr. Slump
- Zaaknummer
200504310/1
- Noot
N. Verheij
- LJN
AV2962
- Roepnaam
teruggevorderde huursubsidie
- JCDI
JCDI:ADS867460:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Bestuursrecht algemeen (V)
Huurrecht / Huurtoeslag
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2006:AV2962, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 01‑03‑2006
- Wetingang
Huursubsidiewet art. 4 lid 3; IB 2001 art. 5.13
Essentie
Huursubsidie; vermogen; vertrouwensbeginsel.
Samenvatting
Nu de grondslag voor de bepaling van het vermogen in het kader van een huursubsidieaanvraag ingevolge art. 4 Hsw niet gelijk is aan die op grond van de Wet IB 2001, had het op de weg van de minister gelegen om in de toelichting bij het huursubsidiebericht de vermogensgrondslag volgens de Hsw te vermelden, dan wel expliciet te verwijzen naar laatstgenoemd artikel. Dit geldt temeer nu de toelichting door haar gedetailleerde informatie — waarbij met behulp van verschillende voorbeelden expliciet wordt aangegeven wat wel en niet onder bezittingen moet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.