AB 2004, 426:Niet tijdig opgemerkte onjuiste opgave kandidaatstelling; niet-toelating onjuist; nieuwe verkiezingen in verband met mogelijke verwarring bij de kiezers; overeenkomstige toepassing Kieswet.

AB 2004, 426

Niet tijdig opgemerkte onjuiste opgave kandidaatstelling; niet-toelating onjuist; nieuwe verkiezingen in verband met mogelijke verwarring bij de kiezers; overeenkomstige toepassing Kieswet.

Documentgegevens:

ABRvS 10-11-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AR6411, m.nt. P.J. Stolk

Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Datum: 10 november 2004
Magistraten: Mrs. Loeb, Vlasblom, Lubberdink
Zaaknummer: 200408815/1
Noot: P.J. Stolk
LJN: AR6411
JCDI: JCDI:ADS867376:1
Vakgebied(en): Bestuursrecht algemeen (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:RVS:2004:AR6411, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 10‑11‑2004
Wetingang: Waterschapswet art. 30a; Zuid-Hollands Kiesreglement Waterschappen art. 53; Zuid-Hollands Kiesreglement Waterschappen art. 61; Zuid-Hollands Kiesreglement Waterschappen art. 66; Kieswet art. V6

Essentie

Samenvatting

De kandidaatstelling van appellant is op 2 juli 2004 goedgekeurd. Tegen dat besluit is geen rechtsmiddel aangewend. Door aan de weigering appellant toe te laten ten grondslag te leggen dat diens kandidaatstelling ongeldig was, heeft de Verenigde vergadering in strijd gehandeld met art. 53 Kiesreglement. Dat het stembureau tijdens een openbare zitting op 23 september 2004 op basis van nieuw gebleken feiten heeft vastgesteld dat het de kandidaatstelling van appellant ten onrechte geldig heeft verklaard, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.