AB 2004/355
Eigenaar naburig pand belanghebbende bij monumentenwetvergunning in geval sprake is van ruimtelijke uitstraling van de vergunde werkzaamheden.
ABRvS 22-09-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AR2516
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
22 september 2004
- Magistraten
Mr. Van den Brink
- Zaaknummer
200400511/1
- LJN
AR2516
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2004:AR2516, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22‑09‑2004
- Wetingang
Monumentenwet art. 11; Awb art. 1:2 lid 1
Essentie
Eigenaar naburig pand belanghebbende bij monumentenwetvergunning in geval sprake is van ruimtelijke uitstraling van de vergunde werkzaamheden.
Samenvatting
De Afdeling stelt voorop dat, zoals ook volgt uit bijvoorbeeld de uitspraak van 3 september 2003, inzake 200205257/1, JB 2003/293, het belang van de eigenaar van een naburig pand rechtstreeks betrokken is bij het verlenen van een vergunning tot wijziging van een monument ten behoeve van werkzaamheden met een ruimtelijke uitstraling voor naastgelegen panden. De rechtbank heeft dan ook terecht betekenis toegekend aan dit begrip. Door onder ruimtelijke uitstraling echter alleen een visuele wijziging te verstaan, heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.