AB 2004, 276
Geen grondenfuik in hoger beroep ten aanzien van op het EVRM gebaseerde beroepsgronden.
ABRvS 28-04-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO8491, m.nt. R.J.G.M. Widdershoven
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
28 april 2004
- Magistraten
Mrs. Hirsch Ballin, Zwart, Altena
- Zaaknummer
200306379/1
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- LJN
AO8491
- JCDI
JCDI:ADS867172:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2004:AO8491, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 28‑04‑2004
- Wetingang
Essentie
Geen grondenfuik in hoger beroep ten aanzien van op het EVRM gebaseerde beroepsgronden.
Samenvatting
Hoger beroep tegen de ongegrondverklaring van een beroep tegen een last onder dwangsom ter beëindiging van permanente bewoning van recreatiewoning.
Appellant heeft allereerst betoogd dat het in de planvoorschriften neergelegde verbod van permanente bewoning van zomerhuisjes in strijd is met het EVRM, aanvankelijk abusievelijk aangeduid als gemeenschapsrecht. In de brief van 4 maart 2004 heeft appellant dit betoog nader toegspitst op strijd met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM en de art. 8 en 14 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.