AB 2005, 413
Aanvang beroepstermijn, ontvangst besluit, niet ongeloofwaardige ontkenning.
ABRvS 27-04-2004, ECLI:NL:RVS:2004:AP1161, m.nt. I. Sewandono
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
27 april 2004
- Magistraten
Mr. Loeb, Vlasblom, Bijloos
- Zaaknummer
200402504/1
- Noot
I. Sewandono
- LJN
AP1161
- JCDI
JCDI:ADS867205:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Vreemdelingenrecht (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2004:AP1161, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 27‑04‑2004
- Wetingang
Awb art. 6:8 lid 1; VW 2000 art. 69 lid 1
Essentie
Aanvang beroepstermijn, ontvangst besluit, niet ongeloofwaardige ontkenning.
Samenvatting
Ambtshalve overwegingen over de aanvang van de beroepstermijn. Ingevolge art. 69 lid 1 Vreemdelingenwet 2000 bedraagt de termijn, in afwijking van art. 6:7 Awb, vier weken. Ingevolge art. 6:8 lid 1 Awb vangt de termijn aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Volgens vaste jurisprudentie dient, ingeval van niet aangetekende verzending van besluiten of andere rechtens van belang zijnde documenten, het bestuursorgaan aannemelijk te maken dat het desbetreffende stuk is verzonden. Het besluit van 21 juni 2002 is niet aangetekend verzonden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.