M en R 2002, 132
Definitie werk in de zin van het Bouwstoffenbesluit
ABRvS 25-09-2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE7999, m.nt. H.F.M.W. van Rijswick
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
25 september 2002
- Magistraten
Hammerstein-Schoonderwoerd, Oosting, Hennekens
- Zaaknummer
200105366/2
- Noot
H.F.M.W. van Rijswick
- LJN
AE7999
- JCDI
JCDI:ADS879531:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2002:AE7999, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 25‑09‑2002
- Wetingang
WVOW art. 1 lid 3; WVOW art. 2a lid 1; Uitv.besl. WVOW art. 1 lid 3; WVOW art. 3; WVOW art. 4 lid 1 onder a; Bouwstoffenbesl. bodem- en oppervlaktewaterenbescherming art. 1 lid 1; Bouwstoffenbesl. bodem- en oppervlaktewaterenbescherming art. 22 lid 1
Essentie
Definitie werk in de zin van het Bouwstoffenbesluit
Samenvatting
In het Bsb is niet uitdrukkelijk bepaald dat een werk in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van het Bsb een functioneel karakter dient te hebben. In de Nota van Toelichting wordt een aanknopingspunt gevonden voor het oordeel dat het Bsb ervan uitgaat dat een werk een functie moet hebben ten einde te kunnen worden beschouwd als een werk in de zin van het Bsb. Gesteld noch gebleken is dat de onderhavige stort van baggerspecie een ander doel heeft dan de stort als zodanig. Door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.