AB 2002, 233
Reikwijdte begrip ontgronding.
ABRvS 02-01-2002, ECLI:NL:RVS:2002:AN6968
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
2 januari 2002
- Magistraten
Hoekstra, Voorhoeve, Scholten-Hinloopen
- Zaaknummer
200100381/1
- LJN
AN6968
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2002:AN6968, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 02‑01‑2002
- Wetingang
Ontgrondingenwet art. 3 lid 1; Ontgrondingenverord. Limburg art. 2 onder b; Ontgrondingenverord. Limburg art. 7 lid 2
Essentie
Reikwijdte begrip ontgronding.
Samenvatting
Onder deze omstandigheden is het de vraag of het ruimen van restzand, dat zich geheel onder het wateroppervlak bevindt, moet worden aangemerkt als het winnen van een vaste stof uit de bodem van een plas, waarbij die bodem wordt verlaagd. Voor het beantwoorden van die vraag is hier van belang of het ter plaatse in depot gezette restprodukt inmiddels één geheel is gaan vormen met de bodem van de plas, in welk geval met het opzuigen of afgraven daarvan grond aan de bodem van de plas wordt onttrokken, waardoor de bodem van dat deel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.