AB 2002, 68
Weigering handhaving APV; belangenafweging; onvoldoende concreet zicht op legalisatie.
ABRvS 19-09-2001, ECLI:NL:RVS:2001:AN6872, m.nt. F.R. Vermeer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
19 september 2001
- Magistraten
De Gooijer
- Zaaknummer
200100238/1
- Noot
F.R. Vermeer
- LJN
AN6872
- JCDI
JCDI:ADS866605:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2001:AN6872, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 19‑09‑2001
- Wetingang
AWB art. 3:4 lid 1; AWB art. 3:4 lid 2; AWB art. 5:21; AWB art. 5:32; APV Haelen art. 2.1.5.3 lid 3
Essentie
Weigering handhaving APV; belangenafweging; onvoldoende concreet zicht op legalisatie.
Samenvatting
Indien en voorzover burgemeester en wethouders hebben willen aangeven dat, nu er geen weigeringsgronden zijn voor de vergunning krachtens art. 2.1.5.3 lid 3 APV, een mogelijkheid van legalisatie van de illegale situatie bestaat, staat daarmee nog onvoldoende vast dat er ook concreet zicht op legalisatie is.
Burgemeester en wethouders hebben immers geen concrete stappen ondernomen om tot legalisatie te komen; er was ten tijde van belang zelfs nog geen sprake van een aanvraag voor de benodigde vergunning.
Vervolgens dient bij de besluitvorming omtrent het al dan niet gebruik ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.