AB 2001, 194
Art. 8:4 onder f Awb en art. 90 WVW 1994 verzetten zich niet tegen beoordeling door bestuursrechter nu het gaat om de (procedurele) wijze van beoordeling en de vraag of daarbij de juiste criteria zijn gehanteerd. Punitieve sanctie. Bewijs en motivering.
ABRvS 15-02-2001, ECLI:NL:RVS:2001:AB1436, m.nt. B.J. Schueler
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
15 februari 2001
- Magistraten
Bakker
- Zaaknummer
200001817/01
- Noot
B.J. Schueler
- LJN
AB1436
- JCDI
JCDI:ADS866553:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2001:AB1436, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 15‑02‑2001
- Wetingang
AWB art. 8:4 onder f; WVW 1994 art. 87 lid 2 onder b; WVW 1994 art. 87 lid 2 onder f; WVW 1994 art. 90; Voertuigregl. art. 5.2.29; Erkenningsreg. APK art. 3; Reg. permanente eisen art. 2.7.3
Samenvatting
De Afdeling stelt voorop dat art. 90 van de WVW 1994 noch art. 8:4 onder f van de Awb zich verzet tegen een beoordeling door de rechter van het bestreden besluit, nu het hier niet zozeer gaat om (het inhoudelijke resultaat van) een technische beoordeling van een voertuig als zodanig, maar om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.