AB 2000, 252
Overgangsrecht; relatie tussen overgangsrecht met betrekking tot gebruik dat van gronden en opstallen wordt gemaakt en overgangsrecht met betrekking tot bouwwerken in het kader van aanvraag om bouwvergunning
ABRvS 03-04-2000, ECLI:NL:RVS:2000:AA5581, m.nt. A.G.A. Nijmeijer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
3 april 2000
- Magistraten
Bakker, Cleton, Van Wagtendonk
- Zaaknummer
H01990461
H01990514
- Noot
A.G.A. Nijmeijer
- LJN
AA5581
- JCDI
JCDI:ADS868320:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2000:AA5581, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 03‑04‑2000
- Wetingang
WRO art. 10
Essentie
Overgangsrecht; relatie tussen overgangsrecht met betrekking tot gebruik dat van gronden en opstallen wordt gemaakt en overgangsrecht met betrekking tot bouwwerken in het kader van aanvraag om bouwvergunning. [Gem. Amsterdam]
Samenvatting
Voor de beantwoording van de vraag of voor een bouwplan al dan niet vergunning kan worden verleend, zijn uitsluitend planbepalingen die betrekking hebben op bouwen — waaronder het overgangsrecht — van belang.
Het karakter van — ook — het bouwovergangsrecht brengt echter met zich dat met toepassing daarvan geen bouwvergunning kan worden verleend, indien het gebruik dat de aanvrager na realisering van de bouw — opnieuw ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.