AB 1999, 6
Wettelijke bevoegdheid tot intrekking toevoeging anders dan op verlangen van verzoeker laat ruimte voor intrekking op verlangen van verzoeker.
ABRvS 03-09-1998, ECLI:NL:RVS:1998:AN8186
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
3 september 1998
- Magistraten
Bartel, Loeb, Van der Burg
- Zaaknummer
H01970764
- LJN
AN8186
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1998:AN8186, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 03‑09‑1998
- Wetingang
Awb art. 8:72 lid 4; WRB art. 33
Essentie
Wettelijke bevoegdheid tot intrekking toevoeging anders dan op verlangen van verzoeker laat ruimte voor intrekking op verlangen van verzoeker.
Samenvatting
In art. 33 lid 1 Wet op de rechtsbijstand is geregeld in welke gevallen het Bureau rechtsbijstandvoorziening de toevoeging anders dan op verlangen van verzoeker kan wijzigen, beëindigen of intrekken. Verzoeker verzocht om intrekking van de toevoeging omdat de kosten van rechtsbijstand door het buro voor rechtshulp lager uitvielen dan de eigen bijdrage. Het verzoek is afgewezen, omdat inwilliging in strijd zou zijn met het stelsel van de wet, de bedoeling van de wetgever en de limitatieve omschrijving van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.