AB 1998, 143
Indien het inschakelen van deskundigen redelijkerwijs noodzakelijk was teneinde tot een geobjectiveerde waardebepaling te komen, kan in het kader van de toepassing van art. 49 WRO aanleiding bestaan voor het toekennen van een bijdrage in de kosten.
ABRvS 20-01-1998, ECLI:NL:RVS:1998:ZF3150, m.nt. G.M. van den Broek
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 januari 1998
- Magistraten
Van der Does, Van Dijk, Govaerts
- Zaaknummer
H01960011
- Noot
G.M. van den Broek
- LJN
ZF3150
- JCDI
JCDI:ADS61307:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
Bestuursprocesrecht (V)
Omgevingsrecht / Nadeelcompensatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1998:ZF3150, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑01‑1998
- Wetingang
WRO art. 49
Essentie
Indien het inschakelen van deskundigen redelijkerwijs noodzakelijk was teneinde tot een geobjectiveerde waardebepaling te komen, kan in het kader van de toepassing van art. 49 WRO aanleiding bestaan voor het toekennen van een bijdrage in de kosten. [Gem. Valburg]
Samenvatting
De grief van appellant dat de gemeenteraad hem ten onrechte geen vergoeding heeft toegekend voor de kosten van deskundige bijstand, nodig voor het bepalen van de omvang van de te vergoeden schade, treft eveneens doel. In het kader van de toepassing van art. 49 WRO kan aanleiding bestaan voor het toekennen van een bijdrage in deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.