AB 1997, 428
Ontbreken machtiging; niet-ontvankelijkheid na eerste of tweede verzoek om overlegging?
ABRvS 20-05-1997, ECLI:NL:RVS:1997:ZF2700, m.nt. N. Verheij
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 mei 1997
- Magistraten
Van Zeben, Van Dijk, Van der Burg
- Zaaknummer
H01960530
- Noot
N. Verheij
- LJN
ZF2700
- JCDI
JCDI:ADS868116:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1997:ZF2700, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑05‑1997
- Wetingang
Essentie
Ontbreken machtiging; niet-ontvankelijkheid na eerste of tweede verzoek om overlegging?
Samenvatting
Blijkens de stukken heeft de minister van VROM mr X, naar aanleiding van het door hem, beweerdelijk namens Y B.V., tegen de besluiten van 6 april 1995 ingediende bezwaarschrift, bij schrijven van 2 mei 1995 in de gelegenheid gesteld alsnog een door de bevoegde vertegenwoordigers van Y B.V. ondertekende verklaring over te leggen waaruit blijkt dat hij gemachtigd is om namens hen de bezwaarprocedure te volgen. Daarbij heeft de minister tevens medegedeeld dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk zal worden verklaard als van deze mogelijkheid geen gebruik wordt gemaakt. Op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.