Einde inhoudsopgave
Algemene Plaatselijke Verordening 2008
Artikel 2.41 Uitzondering vergunningplicht voor eendaagse evenementen
Geldend
Geldend vanaf 30-03-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Redactionele toelichting
Wordt vanaf 18-03-2022 niet meer bijgewerkt. Zie voor de geldende tekst www.officielebekendmakingen.nl.
- Bronpublicatie:
15-03-2021, Gemeenteblad 2021, 95900 (uitgifte: 29-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-03-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2021, Gemeenteblad 2021, 95900 (uitgifte: 29-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Algemene plaatselijke verordening
1.
Artikel 2.40, eerste lid geldt niet voor eendaagse evenementen mits:
- a.
het aantal bezoekers op enig moment niet meer bedraagt dan 100 personen;
- b.
het evenement wordt gehouden tussen 09.00 en 23.00 uur;
- c.
het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer of het scheepvaartverkeer;
- d.
het maximaal toelaatbare geluidsniveau van 75 dB(C) op de gevels van omringende woningen niet wordt overschreden;
- e.
ten hoogste twee kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m2 per object;
- f.
op de weg geen alcoholhoudende drank bedrijfsmatig wordt verstrekt en geen etenswaren of andere goederen te koop worden aangeboden;
- g.
het evenement geen commercieel karakter heeft;
- h.
er bij het evenement geen dieren worden gebruikt los van de dieren die onderdeel uitmaken van de dagelijkse bedrijfsvoering en
- i.
sprake is van een aanwijsbare organisator.
2.
De organisator van het evenement als bedoeld in het eerste lid stelt de burgemeester tenminste twee weken voorafgaand aan het evenement van het houden daarvan in kennis. Hij maakt hierbij gebruik van een door de burgemeester vastgesteld formulier.
3.
In afwijking van het tweede lid geldt voor een evenement op het openbaar water een termijn van tenminste zes weken.
4.
De burgemeester kan voorschriften stellen met het oog op een ordelijk en veilig verloop van een evenement als bedoeld in het eerste lid en met het oog op het voorkomen van hinder voor derden.
5.
De burgemeester kan het evenement verbieden in het belang van de openbare orde, de gezondheid of de veiligheid, in geval van uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte en in verband met de overige belangen die worden genoemd in artikel 2.43.
6.
De burgemeester kan gebieden en periodes aanwijzen waar de uitzondering als bedoeld in het eerste lid niet geldt of waar beperkingen worden gesteld aan het aantal te houden evenementen.
7.
Het is verboden een evenement te houden of hieraan deel te nemen als:
- a.
geen kennisgeving is gedaan overeenkomstig het tweede lid;
- b.
wordt afgeweken van de bij de kennisgeving verstrekte gegevens;
- c.
in strijd wordt gehandeld met de door de burgemeester gegeven voorschriften zoals bedoeld in het vierde lid;
- d.
het evenement in strijd is met een aanwijzing door de burgemeester op grond van het zesde lid of
- e.
de burgemeester het evenement heeft verboden.