RO 2007, 63
Voorlopig getuigenverhoor. Afgeleide schade. Vormt de omstandigheid dat beleggers afgeleide schade hebben geleden voldoende grond voor toewijzing van het verzoek een voorlopig getuigenverhoor te bevelen? (Stichting VEB-Actie KPNQwest)
Rb. 's-Gravenhage 24-05-2007, ECLI:NL:RBSGR:2007:BA6044
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
24 mei 2007
- Magistraten
Mrs. H. Wien, M.P. de Valk, J.A. van Dorp
- Zaaknummer
06.1170
- LJN
BA6044
- JCDI
JCDI:ADS872171:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:2007:BA6044, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 24‑05‑2007
- Wetingang
BW art. 3:303; Rv art. 186
Essentie
Vormt de omstandigheid dat beleggers afgeleide schade hebben geleden voldoende grond voor toewijzing van het verzoek een voorlopig getuigenverhoor te bevelen?
Samenvatting
De Stichting VEB-Actie KPNQwest en één aandeelhouder van KPNQwest verzoeken de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor te bevelen. Doel is het verkrijgen van informatie over de gang van zaken bij KPNQwest voorafgaand aan haar faillissement (uitgesproken op 31 mei 2002), als gevolg waarvan een beurswaarde van ruim drie miljard euro is verdampt. Verzoekers stellen dat de schade die beleggers hierdoor hebben geleden het gevolg is van de onrechtmatige handelwijze van onder andere het bestuur, de RvC en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.