NJF 2004, 563
Onrechtmatige overheidsdaad. Verklaring voor recht dat het door de Staat uitsluiten van de gemeente Den Haag van deelneming aan de experimentele fase van de Wet SOV op de grond dat de gemeente heeft geweigerd een financiële bijdrage van 25% te leveren aan de noodzakelijke bouwkundige voorzieningen voor de intramurale fase, onrechtmatig is wegens strijd met de wet.
Rb. 's-Gravenhage 18-08-2004, ECLI:NL:RBSGR:2004:AR5409
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
18 augustus 2004
- Magistraten
mrs. A.C.J. van Dooijeweert, P.A. Koppen, E.S.G. Jongeneel
- Zaaknummer
02-2828
- LJN
AR5409
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:2004:AR5409, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 18‑08‑2004
- Wetingang
BW art. 6:162; Sr art. 38o
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Verklaring voor recht dat het door de Staat uitsluiten van de gemeente Den Haag van deelneming aan de experimentele fase van de Wet SOV op de grond dat de gemeente heeft geweigerd een financiële bijdrage van 25% te leveren aan de noodzakelijke bouwkundige voorzieningen voor de intramurale fase, onrechtmatig is wegens strijd met de wet.
Partij(en)
De gemeente 's‑Gravenhage, eiseres, proc. mr. W. Taekema,
tegen
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie), te Den Haag, gedaagde, proc. mr. C.M. Bitter.
Uitspraak
(Post alia:)
1.1
Per 1 april 2001 is in werking getreden de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.