NJ 1972, 165
Rb. 's-Gravenhage, 26-03-1970
Rb. 's-Gravenhage 26-03-1970, ECLI:NL:RBSGR:1970:AC5010
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
26 maart 1970
- Magistraten
Slotemaker
- Zaaknummer
[1970-03-26/NJ_53537]
- LJN
AC5010
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:1970:AC5010, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 26‑03‑1970
- Wetingang
BW art. 1401; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 290; Rv (oud) art. 291; Rv (oud) art. 292; Rv (oud) art. 293; Rv (oud) art. 294; Rv (oud) art. 295; Rv (oud) art. 296; Rv (oud) art. 297
Samenvatting
Zonder redelijke noodzaak herhaaldelijk iemand op opdringerige wijze benaderen door opbellen, observeren, naroepen, naast hem gaan lopen, is onrechtmatige inbreuk op de privacy en rust, waarop die ander recht heeft. Ieder heeft recht en belang om in zijn prive-sfeer (begripsomschrijving in de rechtsoverwegingen) te worden ontzien. Verbod met als sanctie: of dwangsom of lijfsdwang.
Partij(en)
Suzanna X, eiseres, Proc. Mr. S.P.W. Crone,
tegen
Cornelia Y, echtgenote van Z, gedaagde, verschenen in persoon.
Uitspraak
T.a.v. het recht:
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend althans niet of onvoldoende betwist staat tussen pp. vast: dat eiseres voorheen als maatschappelijk werkster kontakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.